zondag 17 november 2013

De Thames barge versus de stoomtrein

Tegenwoordige hoor je veel over zogenaamde "disrupting technologies". Daarmee worden niet eens altijd technieken bedoelt, maar ook innovaties of nieuwe toetreders die bestaande technieken en haar aanbieders in een klapt overbodig of op zijn minst sterk veroudert maken. Bijvoorbeeld hoe e-mail de fax nagenoeg overbodig heeft gemaakt.

Hoewel innovaties elkaar steeds sneller opvolgen, zijn disrupting technologies of "verstorende innovaties" van alle tijden. Zo maakte de ontwikkeling van de mens om koper en andere metalen te bewerken een einde aan het steentijdperk.

Omdat veel aanbieders in "meer traditionele" markten te maken hebben met innovaties en aanbieders die hun business bedreigen, kan het goed zijn om ook zo nu en dan eens terug te kijken naar de historie van innovaties of hoe nieuwe technieken hun weg vonden in ons dagelijks leven.

Vorige week keek ik op Youtube naar een aflevering van de Salvage squad die iemand hielpen zijn oude Thames barge weer in de vaart te brengen. Overigens is film kijken via internet op zich ook al zo'n een disrupting technology. Als side note kwam daar de geschiedenis van de Thames barge ter sprake.

Ooit was transport over water de enige mogelijkheid om grote hoeveelheden vracht op een rendabele manier te transporteren. In Engeland had men daarvoor onder andere de Thames barge. Grote vrij log ogende zeilschepen met een platte bodem en zijzwaarden. Doordat ze geen kiel hadden ideaal voor het vervoer van goederen en mensen over de vele getijrivieren langs de Engelse kust. Zeg maar de Engelse tegenhangers van onze Tjalken, klippers, en aken. In de hoogtijdagen voeren er wel zo'n 2.000 van deze schepen rond. En daar waar de vrij grote Thames barge niet kon komen werd het transport vaak overgenomen door zogenaamde narrow boats die voeren op door mensen gegraven kanalen. Engeland had aan het begin van de 19e eeuw zo al een heel netwerk van deze kanalen.

En toen kwam daar de stoomtrein. Voor het eerst was daar een alternatief dat grote hoeveelheden mensen en goederen goedkoop kon vervoeren en een alternatief bood dat niet aan de loop van een rivier of lastig te graven kanaal gebonden was. Toch was de komst van de trein niet de doodsteek voor de Thames barge, terwijl zij dat wel was voor het vrachtvervoer met de narrow boat.

Tot de komst van de stoomtrein was het ontwerp van de Thames barge niet echt standaard te noemen. Dus niet efficiënt en goedkoop om te bouwen en ook niet geoptimaliseerd voor haar taak en in verhouding duur in exploitatie. Er waren immers geen alternatieven. De stoomtrein bood wel een alternatief. Iemand kwam echter op het idee om wedstrijden te varen met Thames barges. Deze wedstrijden waren zo populair en de winnaar kon niet alleen op de eer rekenen maar ook op veel werk rekenen na zijn overwinning, maakten dat schippers, tuigers en scheepsbouwers steeds verder gingen in hun inspanningen om sneller te zeilen. Met als resultaat een "natuurlijke selectie van de beste en snelste" barges. Na verloop van tijd werden de Thames barges snelle sterk op elkaar gelijkende schepen met een maximale laadruimte die tijdens normaal bedrijf door slechts twee man waren te zeilen. Efficient, economisch en dus concurrerend. En dat zijn de Thames barges zelfs nog tot ver in de 20e eeuw gebleven. De laatste zeilende schipper voer nog zonder motor en slechts een knecht tot in de jaren '70 van de vorige eeuw.

Dit voorbeeld kan ons veel leren:

  • In een markt met weinig concurrentie hoeft een disrupting technologie niet direct de winnaar te zijn. Doordat traditionele aanbieders waarschijnlijk niet optimaal werken, hebben zij nog veel mogelijkheden om binnen de bestaande techniek en werkwijze te vernieuwen en zo nog langere tijd concurrerend te blijven. Het organiseren van de concurrentie in de bestaande markt kan deze versterken, terwijl de neiging bestaat de concurrentie te richten op de toetreder en om barrières voor deze partij op te richten. Zie het voorbeeld van de Thames barge, maar ook de muziekindustrie. Eerst was (en is) er veel verzet tegen de mogelijkheden om muziek te downloaden, zonder dat daarbij gekeken is of de distributie van cd's niet veel sneller en goedkoper was te organiseren en de industrie niet zelf met download diensten als iTunes kwam.
  • In een highly competitive market zullen de traditionele aanbieders al zo efficiënt werken en tegen lage kosten opereren, dat er pas sprake kan zijn van een succesvolle verstoring als de nieuwe techniek nog weer vele malen efficiënter is. Het succes van de intredende aanbieder zal waarschijnlijk groter zijn en de acceptatie zal sneller gaan.
  • Voor de stoomtrein - om succesvol te zijn - was het noodzakelijk een groot netwerk van spoorwegen op te bouwen. Dat koste veel geld en tijd. De getijderivieren van Zuid en Oost Engeland, de infrastructuur voor de Thames barges bestonden echter al eeuwen en waren niet duur om te onderhouden. Daarom kon alle aandacht gaan naar het optimaliseren van de schepen zelf. Daarom ook zijn veel innovaties op het internet zo snel succesvol; de basisinfrastructuur is vrij beschikbaar en er zijn steeds minder investeringen nodig om deze uit te breiden. Wel zien we dat juist bij snel succesvolle internetinitiatieven de investeringsrondes na de eerste investeringen voor een groot deel gaan naar meer bandbreedte en het opzetten van eigen servers en dataopslag en dus verlaging van de kosten van de infrastructuur.



AirBnB draagt positief bij aan de wijkeconomie

Tijdens AirBnB Open 2013 werd in een aardige presentatie getoond hoe AirBnB het hotel en overnachtingen landschap in New York heeft verandert en een positieve bijdrage levert aan de stedelijke en vooral wijkeconomie.

AirBnB is een online marktplaats die aanbieders van tijdelijke accommodaties (bijv. bed en breakfast bij een particulier thuis) in contact brengt met potentiële gasten. In de presentatie toonde men een tweetal kaartjes van New York. Een met alle locaties van hotels in New York en een van alle AirBnB aanbidders in dezelfde stad. Wat blijkt is dat vrijwel alle hotels te vinden zijn op en rond Manhattan. Met als gevolg dat de meeste dollars van de hotelgasten ook in deze gebieden worden uitgegeven. Wat blijkt is dat de AirBnB aanbieders veel meer over heet de stad zijn verspreid en dat veel van hen gasten trekken waardoor de bestedingen ook veel "democratischer" over de hele stad verdeeld worden. Veel overnachtingen bij de AirBnB aanbieders blijken ook nog eens nieuwe bezoekers te zijn, dus AirBnB en de aanbieders dragen bij aan een groei in het totale aantal overnachtingen in New York en volgens cijfers van AirBnB dragen deze bij aan zo'n 5.000 fulltime banen in heel New York.

In Nederland en vooral recent Amsterdam lijkt het er op dat gemeenten er voor kiezen drempels op te werpen voor particuliere aanbieders die onder andere via AirBnB overnachtingen aanbieden. Vanuit de redenatie dat zij oneerlijke concurrentie opleveren voor de officiele hotelsector. Ik denk dat gemeenten hier nog eens goed over moeten nadenken en juist het kleine (veelal parttime) ondernemerschap van AirBnB aanbieders moeten omarmen.

De presentatie van AirBnB vindt u op: https://www.airbnb.nl/live/open

Een basis regel uit de praktische wijkeconomie is dat als er ergens een winkel zit deze op die locatie waarschijnlijk bestaansrecht heeft. Deze regel is denk ik redelijk goed te vertalen naar het voorbeeld van de AirBnB aanbieders. Als er ergens accommodatie voor overnachtingen wordt aangeboden mag je concluderen dat er daar dus vraag naar is. Als dus iemand naast zijn of haar werk een Bed & Breakfast in een van de buitenwijken aanbiedt, mag je er vanuit gaan dat er ook gebruik van wordt gemaakt en er dus vraag naar is. Bijvoorbeeld van een rondreizende student die op budget de stad bezoekt en het niet erg vindt langer te moeten reizen voor de bezienswaardigheden van het centrum bereikt zijn, terwijl een andere overnachting weer geboekt wordt door iemand die zijn moeder die in een kleine flat in die wijk woont komt bezoeken of iemand die vanuit een andere staat bijvoorbeeld bij een bedrijf in de buurt komt solliciteren.

Op het internet noemen we dat ook wel het fenomeen van de Long tail; een aanbod kan niet zo specifiek zijn, dat er op grote schaal geen vraag naar bestaat.
En het zijn websites als AirBnB die de marketing- en transactiekosten (wat het kost voor vraag en aanbod om met elkaar in contact en tot zaken te komen) drastisch omlaag brengen waardoor het voor veel kleine aanbieders rendabel wordt om hun diensten (overnachtingen) op de markt aan te bieden.
Voorbeelden van AirBnB, maar vooral uit andere markten, laten zien dat dit deels ten koste gaat van de traditionele aanbieders, maar dat het zeer wel mogelijk is dat daarna het totale marktvolume toeneemt.